accent
accent
access
binnengaan, toegang
accident
ongeval
according to
volgens
account
(bank)rekening, verslag
accuse
beschuldigen
ace
ergens voor slagen, aas (kaarten)
active
actief
adapt
aanpassen
admire
bewonderen
adult
volwassene
advance
bevorderen, vooruitgang
advantage
voordeel
adventure
avontuur
advice
advies
advise
adviseren
affair
affaire
affect
beïnvloeden, gevoel
agent
handelend persoon, agent
aid
helpen, hulp (niet: help)
alarm
alarmeren, alarm
alcohol
alcohol
alive
levend
alter
na
altogether
al bij al
amuse
amuseren, entertainen
angel
engel
anger
boosheid
announce
aankondigen
annoy
irriteren, ergeren
anxious
angstig, bezorgd, ongerust
apartment
appartement
appeal
aantrekken, beroep doen op
apple
appel
apply
solliciteren, van toepassing zijn
appoint
aanstellen, aanduiden
appreciate
waarderen
approach
benaderen
April
april
argue
ruziemaken, beargumenteren
army
leger
arrest
arresteren
article
artikel, lidwoord
aside
terzijde
asleep
in slaap
assist
helpen, bijstaan
associate
associëren, associé
assume
aannemen, veronderstellen
assure
verzekeren, op het hart drukken
atmosphere
atmosfeer, sfeer
attach
vastmaken aan
attack
aanvallen, aanval
attempt
proberen, poging
attend
bijwonen
attention
aandacht
attitude
houding
attract
aantrekken, verleiden
August
augustus
automatic
automatisch
available
beschikbaar
average
gemiddeld
avoid
vermijden
awake
wakker
bite
bijten, beet
awkward
ongemakkelijk, onhandig, sociaal pijnlijk
bitter
bitter
background
achtergrond
blame
de schuld geven, schuld
bacon
spek
blank
leeg, blanco
bake
bakken in een oven
blanket
deken
balance
balanceren, balans
bleed
bloeden
banana
banaan
bless
zegenen
band
band, bende
blind
blind maken, blind
bang
knallen, knal
block
blokkeren, blok
bare
ontbloten, bloot
blonde
blond
bark
blaffen, boomschors
bloom
bloeien, bloei
basis
basis, grond
boil
koken (vloeistof)
basket
mand
bomb
bombarderen, bom
bat
vleermuis
bond
verbintenis, obligatie (financieel)
battery
batterij
boom
snel groeien, snelle groei
battle
veldslag, gevecht
boot
opstarten (computer), laars
bay
baai
borrow
ontlenen
bean
boon
boss
baas
bee
bij (insect)
bounce
botsen, stuiteren
beef
rundsvlees
bow
buigen, buiging; boog (versch. uitspraak)
beer
bier
bowl
kom, schaal
beg
smeken
brain
brein
bell
bel
brake
remmen, rem
belong
horen (bij), toebehoren (aan)
branch
tak
belt
riem
brand
merken, merk
bend
buigen, bocht
brave
trotseren, dapper
benefit
voordeel hebben, voordeel
breast
borst
bike
fietsen, fiets
breathe
ademen
bin
vuilnisbak
breed
kweken, ras, soort
bind
binden, binding
brick
baksteen
biscuit
koekje (BrE)
bridge
overbruggen, brug
brief
kort uitleggen, kort
brilliant
briljant, schitterend
broad
breed, ruim
brush
borstelen, borstel, penseel
buck
bokken, bok
bucket
emmer
bug
kever, wants
bump
botsen, bult
bunch
bundel, groep
burst
barsten, ploffen
bury
begraven
butter
boter
button
knoop (van kledingstuk)
cable
kabel
cage
in een kooi stoppen, kooi
calculate
berekenen
calm
kalmte, kalm
camera
camera
canoe
kano
cans
blikjes
cap
dop, pet
capable
in staat, competent
cape
cape
capital
kapitaal, hoofdstad
captain
kapitein
career
carrière
carpet
tapijt
carrot
wortel
cart
kar
cash
cash
cast
werpen, uitzenden, gieten
castle
kasteel
casual
informeel, terloops
ceiling
plafond
cent
cent
centimetre
centimeter
century
eeuw
chain
ketting
challenge
uitdaging
champion
kampioen
channel
kanaal
chapter
hoofdstuk
character
personage, karakter
charm
charmeren, charme
chase
achternazitten, jacht
chat
kletsen, babbel
cheat
valsspelen, valsspeler
cheek
wang, ondeugendheid
cheer
toejuichen, uitgelaten stemming
cheese
kaas
chest
borst, kist
chew
kauwen
chief
chef, baas, hoofd-
chocolate
chocolade
chop
hakken, kotelet
cigarette
cigaret
circle
cirkel
circumstance
omstandigheid
citizen
burger
claim
beweren, toeëigenen, bewering
classic
klassieker, klassiek
clever
slim, gevat, geestig
cliff
klip
clip
afknippen, korte video
cloth
doek, stof
cloud
wolk
clue
hint, aanwijzing
coach
coachen, coach
coal
kool (steen-, houts-)
coast
kust
combine
combineren
command
commanderen, commando
comment
commentaar gegen, commentaar
commerce
handel, commercie
commit
iets begaan, zich wijden aan iets
committee
comité
common
gewoontjes, gemeenschappelijk
community
gemeenschap
compare
vergelijken
competition
concurrentie, competitie
complain
klagen
complicate
ingewikkeld maken
concentrate
zich concentreren, concentraat
condition
voorwaarde, conditie
confuse
verwarren
connect
verbinden
conscious
bewust
constant
standvastig, herhaaldelijk
contact
contacteren, contact, aanraking
contain
bevatten
contract
contract
contribute
bijdragen
convince
overtuigen
cop
politieagent (informeel)
cope
omgaan met, verwerken
copy
kopiëren, kopie
correct
corrigeren, correct
cottage
huisje
cotton
katoen
cough
kuchen, hoesten, hoest
council
raad (groep adviseurs)
counter
counteren, toonbank
county
graafschap (BrE), district
cousin
neef, nicht (zoon/dochter van oom/tante)
cow
koe
crack
barsten, barst
crash
crashen, crash
crawl
kruipen
cream
room
create
scheppen, creëren
creature
schepsel, wezen
credit
krediet
creep
kruipen, griezel
criminal
crimineel
crisp
knapperig
crowd
menigte, mensenmassa
crown
bekronen, kroon
cruel
wreed
culture
cultuur
cure
genezing, geneesmiddel
curious
nieuwsgierig, vreemd, merkwaardig
curl
krullen, krul
current
stroom, huidig
customer
klant
damage
beschadigen, schade
dare
durven, weddenschap
dawn
zonsopgang
debt
schuld (financieel)
December
december
decent
keurig, deftig
decision
beslissing
deck
dek (schip), pak kaarten
decorate
versiering aanbrengen
defence
verdediging
delight
plezier doen, genoegen
deliver
leveren
demand
eisen, eis
deny
ontkennen
department
departement
depress
teneerslaan, neerdrukken
describe
beschrijven
desert
woestijn
deserve
verdienen
design
ontwerpen, ontwerp
desire
verlangen (ww. en zn.)
desk
bureau (meubel)
desperate
wanhopig
destroy
vernietigen
detail
detail
detect
waarnemen, detecteren
determine
bepalen, determineren
develop
ontwikkelen
diet
dieet
dine
dineren
direct
aanwijzingen geven, regisseren, direct
directed
geregisseerd
direction
richting
disappear
verdwijnen
disappoint
ontgoochelen
discipline
discipline
discuss
discussiëren, praten over
disease
ziekte
disgust
walging
dish
gerecht, schotel
distance
afstand
district
district
disturb
storen
dive
duiken
divide
(ver)delen
divorce
scheiden (huwelijk)
doll
pop (speelgoed)
dollar
dollar
dozen
dozijn
drag
slepen
dragon
draak
drama
drama
drawer
lade
drum
trommel
duck
eend
due
ten gevolge, gepast, verwacht
dump
dumpen, stort
dust
afstoffen, stof
duty
plicht
earn
verdienen (en krijgen)
ease
verlichten (lichter maken), gemak
economy
economie, spaarzaamheid
edit
bewerken
effect
effect
effort
inspanning
elder
oudere
elect
(uit)kiezen, stemmen voor
electric
elekrtisch
elephant
olifant
embarrass
beschamen, generen
emotion
emotie
empire
(keizer)rijk, imperium
encourage
aanmoedigen
enemy
vijand
energy
energie
engage
(iemand) in dienst nemen, zich verloven
engineer
ingenieur
enormous
enorm
entertain
onderhouden, entertainen
entire
(in zijn) geheel
envelope
envelop
environment
milieu
equal
gelijk(e)
equipment
uitrusting
escape
ontsnappen, ontsnapping
establish
vaststellen, stichten
estate
landgoed
event
evenement, gebeurtenis
eventually
uiteindelijk
evidence
bewijs
evil
het kwade, kwaadaardig
exam
examen
examine
onderzoeken, examineren
example
voorbeeld
excellent
uitstekend
exchange
uitwisselen, uitwisseling
exercise
oefenen, oefening
exhaust
uitputten, uitlaat
exist
bestaan
expense
uitgave, onkost
expose
blootleggen, tonen
extend
uitbreiden, uitrekken, uitsteken
extreme
uiteinde, extreem
fail
falen
faint
flauwvallen, flauw
fairy
fee
faith
geloof, vertrouwen
familiar
vertrouwd, bekend
famous
beroemd
fan
ventilator, bewonderaar
fancy
aantrekkelijk vinden, chique
fantastic
fantastisch
fascinate
fascineren
fashion
mode
fault
fout, gebrek, defect
favour
bevoordelen, gunst
feather
veer
feature
voorzien zijn van, kenmerk
February
februari
female
vrouwelijk (biologisch)
fence
schermen (met zwaarden), hek
fetch
halen
file
zich in een rij voortbewegen, rij, bestand (informatica), vijl (gereedschap)
finance
financiën
firm
firma, stevig
flag
vlag
flame
vlam
flash
flitsen, flits
flight
vlucht (vliegen)
flip
(snel) omdraaien
float
drijven, dobberen
flood
overstromen, overstroming
flow
vloeien, stroom
fold
vouwen, vouw
folk
volk, mensen
fool
misleiden, dwaas
foreign
buitenlands
forgive
vergeven
forth
verder, voort
fortnight
twee weken
fortune
fortuin, geluk, lot
fox
vos
frame
inkaderen, kader
frankly
eerlijk gezegd
frog
kikker
frost
vrieskou
fruit
vrucht, fruit
frustrate
verijdelen, frustreren
fry
bakken (in een pan)
fund
financieren, fonds
fur
bont, pels, vacht
furniture
meubelen
future
toekomst
gain
verwerven, winst
garage
garage
gate
poort
gather
verzamelen, bijeenbrengen
gay
homoseksueel
gear
materiaal, versnelling
generation
generatie
gentleman
heer
ghost
geest, spook
giant
reus, reusachtig
gift
geschenk, cadeau, gave
glory
glorie
goal
doelpunt
golf
golf (sport)
gorgeous
prachtig, knap
grab
graaien, grijpen
grace
gratie, genade
grade
rang, niveau, graad
grand
groots, grandioos
grant
verlenen, toekennen, beurs
grin
grijnzen, grijns
grocer
kruidenier, winkelier
guarantee
garanderen, garantie
guard
beschermen, bewaker
guest
gast
guide
gids
guilty
schuldig
habit
gewoonte, verslaving
handy
handig
harm
schaden, schade
heap
ophopen, hoop
heaven
hemel
hedge
haag
height
hoogte
hero
held
hesitate
aarzelen
hire
aanwerven, (te) huur
hobby
hobby
honey
honing, lieveling
hook
haak
hotel
hotel
identify
identificeren
idiot
idioot
ignore
negeren
ill
ziek
illustrate
illustreren
image
beeld
immediate
onmiddellijk
impress
indruk maken
improve
verbeteren
inch
inch, duim (lengtemaat)
include
insluiten, bevatten
income
inkomen (financieel)
increase
vermeerderen
incredible
ongelooflijk
indicate
aanwijzen, aangeven
individual
individueel
industry
industrie
influence
beïnvloeden, invloed
injure
verwonden, kwetsen
innocent
onschuldig
insist
aandringen
inspect
inspecteren, nakijken
instance
geval
instant
ogenblik, ogenblikkelijk
instruct
instructie geven
instrument
instrument
intend
van plan zijn
intense
intens
intent
doel, aandachtig
interrupt
onderbreken
interview
interviewen, interview
introduce
voorstellen, introduceren
investigate
onderzoeken, uitpluizen
invite
uitnodigen
iron
ijzer
item
individuele zaak, puntje van een lijst
jacket
jasje
jam
opstoppen, verstopping, jam (confituur)
January
januari
jaw
kaak
jeans
jeans
journey
reis, omzwerving
joy
vreugde, blijdschap
juice
sap
July
juli
June
juni
junior
junior, jongere
justice
rechtvaardigheid, rechter
keen
enthousiast
kilometre
kilometer
kindly
vriendelijk
knee
knie
knife
mes
knit
breien
knowledge
kennis
laboratory
laboratorium
labour
arbeid
lack
gebrek, tekort
lamb
lam (schaap)
lamp
lamp
lane
laan
language
taal
lasted
geduurd, duurde
lawn
gazon
lawyer
jurist, advocaat
league
liga
lean
leunen, mager
leap
ver springen, verre sprong
legal
legaal
lend
(iets) uitlenen (aan iemand)
length
lengte
lesson
les
library
bibliotheek
licence
vergunning
lid
deksel
lightly
licht, lichtzinnig (bijw.)
likely
waarschijnlijk (bn.)
limit
grens, limiet
lion
leeuw
loan
lening
locate
localiseren, van iets de plaats bepalen
log
noteren in een logboek, houtblok
lone
eenzaam, een enkele
loose
los
loss
verlies
lower
verlagen, lager
lump
knobbel, bobbel
magazine
tijdschrift
magic
magie, magisch
post
maintain
onderhouden, beweren
male
mannelijk (biologisch)
mama
mama, moeder (ouderwets)
manner
manier
map
kaart (aardrijkskundig)
March
maart
marvel
zich verwonderen, wonder
mask
masker
mass
massa, misviering
massive
heel groot, massief
match
combineren, wedstrijd, lucifer
mate
paren, vriend
material
materiaal, bestaand uit materie
mathematics
wiskunde
maximum
maximum
measure
meten, maat
meat
vlees
medical
medisch
medicine
medicijn, geneeskunde
melt
smelten
memory
geheugen
mental
mentaal
merry
vrolijk
message
boodschap
metal
metaal
metre
meter (lengtemaat), metrum
microwave
microgolf
military
leger, militair
mill
malen, molen, fabriek
minister
minister
minor
klein, minderjarig
minus
min
mirror
spiegel
mission
missie
mix
mengen, mengeling
model
modelleren, model
modern
modern
monkey
aap
mood
stemming
moon
maan
motor
autorijden, motor
mount
ergens op gaan zitten, ergens op zetten, berg
mouse
muis
mow
maaien
mud
modder
murder
vermoorden, moord
muscle
spier
mystery
mysterie
nail
nagel
nanny
kinderjuf, nanny
narrow
nauw
nasty
onaangenaam, smerig, akelig
native
inboorling, inheems
navy
marine
neither
geen van beide
nerve
zenuw
nervous
zenuwachtig
nest
nest
newspaper
krant
non
niet-
nor
noch, ook niet
northern
noordelijk
November
november
nowhere
nergens
nut
noot
oak
eik
object
protesteren, voorwerp
observe
observeren
occasion
gelegenheid, gebeurtenis
occur
voorvallen, gebeuren
October
oktober
official
officieel
onion
ajuin
operate
opereren
opinion
mening, opinie
opportunity
gelegenheid, kans
oppose
zich verzetten tegen
opposite
tegengesteld
option
optie, keuze
ordinary
ordinair
organize
organiseren
original
origineel
otherwise
anderszins
oven
oven
owe
iets verschuldigd zijn
pan
pan
panic
paniek
partner
partner
pat
kloppen, klopje, klompje (boter)
patch
oplappen, lapje, stukje grond
path
pad, weg
patient
patiënt, geduldig
pattern
patroon
pause
pauze
peace
vrede
pen
pen
pension
pension, pensioen
per
per
percent
procent
perform
uitvoeren, presteren
period
periode, punt, maandstonden
pet
aaien, huisdier
physical
fysiek
piano
piano
pie
gebak met korst aan de bovenkant
pig
varken
pile
hoop, stapel
pin
vastmaken, pin
pine
den
pink
roze
pipe
pijp
pitch
werpen, toonhoogte, speelveld
pity
medelijden hebben met, medelijden
plain
vlakte, gewoon
plane
vliegtuig, vlak
planet
planeet
plastic
pastiek
plate
bord
pleasant
aangenaam
pleasure
plezier
plug
opvullen, plug, stekker
in je zak steken, (broek)zak
poem
gedicht
poet
dichter
poison
vergif
pole
pool, paal
policy
beleid
polish
polijsten
polite
beleefd
politics
politiek (zn.)
pollute
vervuilen
pool
poel, zwembad
popular
populair
population
bevolking, populatie
port
haven
positive
positief
possess
bezitten
potato
aardappel
pour
gieten
practical
praktisch
practise
(be-)oefenen
pray
bidden
prefer
verkiezen, prefereren
pregnant
zwanger
president
president, voorzitter
pressure
druk (zn.)
presume
aannemen, geloven
pretend
doen alsof, pretenderen
prevent
voorkomen (zodat iets niet gebeurt)
previous
vorig, voormalig
pride
trots (zn.)
prime
voorbereiden, priemgetal, glorietijd
drukken, printen
privacy
privacy
private
soldaat, privé
process
proces
produce
produceren
product
product
profession
beroep
progress
vooruitgaan, vooruitgang
project
voorspellen, project
pronounce
uitspreken
property
eigendom
propose
voorstellen
protest
protesteren, protest
proud
trots
prove
bewijzen
provide
voorzien, ter beschikking stellen
pub
café
pudding
pudding, nagerecht
pump
pompen, pomp, schoen met hoge hak
punch
stompen, vuistslag
punish
straffen
pup
jong hondje
purchase
aanschaffen, aanschaf
pure
puur
purple
paars
purpose
doel, bedoeling
qualify
qualificeren
quality
kwaliteit, eigenschap
quit
ophouden
quote
citeren, citaat
range
zwerven, bereik
rapid
snel
rare
zeldzaam, niet doorbakken (vlees)
rat
verklikken, rat
ray
straal
react
reageren
recall
zich herinneren, terug oproepen
receive
ontvangen
recipe
recept
reckon
menen, inschatten
recognize
herkennen
recommend
aanraden
recover
recupereren, terugkrijgen
reduce
verminderen
refer
verwijzen
refrigerator
koelkast
refuse
weigeren
regard
beschouwen als, bekijken
region
regio, streek
register
registreren, logboek
regular
regelmatig, normaal
relax
ontspannen
release
vrijlaten, loslaten
relief
opluchting, reliëf
rely
verrtrouwen (op), rekenen (op)
remain
blijven (op een plaats)
remark
opmerken, opmerking
remind
(iemand aan iets) herinneren
remove
verwijderen
repair
herstellen, repareren
salad
salade
repeat
herhalen
salary
salaris
replace
vervangen
sale
verkoop, koopjes