Spitze 2 Kap 1 BW Flashcards


Set Details Share
created 2 years ago by rubendebaerdemaeker
83 views
show moreless
Page to share:
Embed this setcancel
COPY
code changes based on your size selection
Size:
X
Show:

1

das Abenteuer

het avontuur

2

die Aktivität

de activiteit

3

das Angebot

het aanbod, de aanbieding

4

der Ausflug

der uitstap

5

die Broschüre

de brochure

6

das Fahrrad

de fiets

7

die Fantasie

de fantasie

8

die Ferien

de vakantie

9

der Ferienpark

het vakantiepark

10

das Freibad

het openluchtzwembad

11

der Fußballplatz

het voetbalveld

12

der Golfplatz

het golfterrein

13

die Jugend

de jeugd

14

das Langlaufen

het langlaufen

15

das Pferd

het paard

16

der Preis

de prijs

17

das Programm

het programma

18

die Reitausbildung

de paardrijcursus

19

das Reiten

het paardrijden

20

die Ruhe

de rust

21

die Sauna

de sauna

22

das Schwimmbad

het zwembad

23

der Sommer

de zomer

24

die Sommerferien

de zomervakantie

25

der Spaß

het plezier

26

der Spielplatz

het sportveld, speelterrein

27

der Sport

de sport

28

die Sporthalle

de sporthal

29

der Urlaub

de vakantie

30

das Volleyballfeld

het volleybalveld

31

die Wanderkarte

de wandelkaart

32

die Wanderung

de (lange) wandeling

33

der Winter

de winter

34

der Wintersport

de wintersport

35

der Felsen

de rots

36

die Gegend

de streek

37

die Natur

de natuur

38

der Schnee

de sneeuw

39

der Schwarzwald

het Zwarte Woud

40

die Sonne

de zon

41

das Strandbad

het strandbad

42

die Region

de regio

43

der Wald

het bos

44

das Wasser

het water

45

der Wasserfall

de waterval

46

besuchen

bezoeken

47

bieten

bieden

48

bleiben

blijven

49

buchen

boeken

50

faulenzen

luieren

51

genießen

genieten

52

klettern

(be)klimmen

53

lieben

houden (van)

54

meinen

bedoelen

55

mieten

huren

56

regnen

regenen

57

reiten

paardrijden

58

rudern

roeien

59

sich langweilen

zich vervelen

60

träumen

dromen

61

treiben

hier: doen (aan)

62

wandern

wandelen

63

werden

zullen; worden

64

wissen

weten

65

ab

vanaf

66

abenteuerlich

avontuurlijk

67

erhältlich

verkrijgbaar

68

geführt

geleid

69

günstig

gunstig

70

jetzt

nu

71

übrigens

trouwens

72

vermutlich

vermoedelijk

73

vielleicht

misschien

74

wahrscheinlich

waarschijnlijk

75

wunderbar

wonderbaarlijk, fantastisch

76

das Abendessen

het avondeten

77

der Buggy

de buggy

78

die Heimreise

de reis naar huis

79

das Kleid

het kleed

80

der Markt

de markt

81

das Münster

de (dom)kerk

82

das Museum

het museum

83

die Reise

de reis

84

der Ring

de ring

85

das Schloss

het kasteel, het slot

86

die Sehenswürdigkeit

de bezienswaardigheid

87

der Spaziergang

de wandeling

88

der Stau

de file

89

die Stunde

het uur

90

die Terrasse

het terras

91

die Verspätung

de vertraging

92

der Zug

de trein

93

abfahren

vertrekken

94

aufstehen

opstaan

95

beginnen

beginnen

96

besichtigen

bezichtigen

97

finden

vinden

98

ausprobieren

uitproberen

99

fotografieren

fotograferen

100

reisen

reizen

101

schmecken

smaken

102

schwimmen

zwemmen

103

treffen

ontmoeten

104

verpassen

missen

105

warten

wachten

106

zeigen

tonen

107

zelten

kamperen

108

beeindruckend

indrukwekkend

109

ein bisschen

een beetje

110

eigentlich

eigenlijk

111

fast

bijna

112

kühl

koel

113

lecker

lekker

114

üblich

gebruikelijk, gewoon